plantengeslacht uit de familie Palmae, met 16 soorten forse palmen (Florida tot Argentinië). Blad geveerd met een sterk ontwikkelde bladschede.
Gewoonlijk een mannelijke bloem aan weerszijden van een vrouwelijke. Meeldraden vrij, 6-9. Vruchtbeginsel 3-hokkig, met 3 zittende stempels. Steenvrucht éénzadig. Overal in de tropen komt voor als laanboom Roystonea regia, koningspalm (vroeger Oreodoxa regia), met gladde, halverwege geleidelijk gezwollen stam (uit Cuba en Florida). Aan de voet gezwollen is de stam van R. oleracea (Kleine Antillen) die eveneens veel geplant wordt. Plaatselijk wordt ‘palmwijn’ getapt of het hart van de kroon, ‘palmkool’, gegeten.