Oostenrijks schrijver, *2.9.1894 Brody (Lemberg),♱(zelfm.) 27.5.1939 Parijs. Roth studeerde germanistiek.
Hij was vrijwilliger in de Eerste Wereldoorlog en raakte in krijgsgevangenschap in Rusland. Van 1923—32 was hij journalist in Duitsland, vluchtte in 1933 naar Wenen, in 1936 naar Parijs. Eigen ervaringen en een sceptische levenskijk drukken hun stempel op al zijn werken. Hij was een verfijnd prozaïst en schilderde evenals zijn landgenoten Musil, Kafka en Broch de ondergang van de Donaumonarchie. Invloeden van de typisch Weense maatschappijroman, maar ook de magie van de chassidische legenden, die in zijn Oostgalicische geboortestreek de ronde deden, zijn duidelijk te onderkennen. Werken: Hotel Savoy (1924), Die Flucht ohne Ende (1927), Hiob (1930), Radetzkymarsch (1932), Der Antichrist (1934), Die hundert Tage (1936), Berichte eines Mörders (1936), Die Legende vom heiligen Trinker (1939), Derstumme Prophet (1966), Das Spinnennetz (1967), Der neue Tag.
Unbekannte politische Arbeiten 1919-27 (1970). Uitgave: Briefe 1911-39, door H.Kesten (1970).