v./m. (-sen), Carpodacus erythrinus, vogelsoort uit de familie vinken.
De roodmus heeft de grootte van een huismus. Het mannetje heeft een karmijnrode kop, borst en stuit, zware, bruine snavel, donkerbruine vleugels met twee onduidelijke dwarsbanden en witte buik; de vrouwtjes en jongen zijn onopvallend gekleurd. Deze soort broedt in grote delen van Azië en in Noordoost-Europa (Rusland, Finland, Zweden, Polen en Oost-Duitsland); overwintert in Zuid-Azië. Sinds ca. 1930 breidt de soort haar broedgebied sterk in westwaartse richting uit. In Nederland en België is hij een dwaalgast; de laatste jaren is het aantal waarnemingen vrij sterk toegenomen. Broedt in struiken kreupelgewas en onderbegroeiing nabij water, plaatselijk ook in droge eikenbossen.