v./m. (-en), (meestal: roodborstje), Erithacus rubecula, een vogelsoort uit de familie lijsters.
De roodborst is een gedrongen, ‘halsloze’ vogel ter grootte van een huismus. De volwassen vogel is warm oranjerood op borst en voorhoofd, en heeft geheel olijfbruine bovendelen. De jongen missende oranje kleur en zijn sterk gevlekt met donkerbruin en izabel. De roodborst komt voor in Europa en West-Azië; verder in Noord-Afrika (ook de Canarische Eilanden) en Klein-Azië. In Nederland en België is hij een algemene broedvogel van bossen, parken en tuinen. Doortrekker in zeer groot aantal van half aug. tot in nov. en van begin mrt. tot half mei; wintergast in groot aantal.
De roodborst zingt het hele jaar door. Nestelt op of vlak boven de grond in boomstronken, kuilen, spleten van muren enz. Voedt zich hoofdzakelijk met insekten; ook wel met kleine zaden en zachte vruchten.
LITT. D.Lack, The life of the robin (1953).