(scharrelde rond, heeft rondgescharreld),
1. (van kippen) scharrelend heren derwaarts gaan; met onvaste tred rondlopen: hij kan een beetje in de kamer rondscharrelen ;
2. zonder vast doel ergens in bezig zijn: hij scharrelde de hele dag in de tuin rond;
3. met moeite rondkomen.