Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Röntgenfluorescentie

betekenis & definitie

v., het verschijnsel dat door röntgenstralen getroffen stoffen zelf röntgenstralen gaan uitzenden.

Van de röntgenfluorescentie maakt men gebruik bij de bepaling van de samenstelling van een monster. Wanneer men röntgenstralen op een materiaal laat vallen, worden elektronen uit de binnenste schillen van de atomen in het materiaal weggeslagen. Bij het opvullen van dit ‘gat’ in de elektronenschillen van het atoom zendt dit atoom röntgenstraling uit van een langere golflengte dan de eerst geabsorbeerde straling. Deze golflengte is voor elke atoomsoort anders; meting van de door een materiaal onder röntgenbombardement uitgezonden golflengten levert dus een analyse van de chemische samenstelling op.

In een röntgenfluorescentiespectrometer (afb.) treft de straling uit de röntgenbuis een geperst tablet van het te onderzoeken materiaal, waarin nu elk atoom ‘zijn’ golflengte gaat uitzenden. Het analysekristal, dat draaibaar is, dient als buigingsrooster en selecteert in elke stand straling van één golflengte, die via een diafragma (soller-spleten) in de detector valt en daar gemeten wordt. De methode leent zich voor automatisering en, omdat zij snel is, zelfs voor regeling van processen in fabrieken. Een voorbeeld is de analyse van materiaal bij de cementfabricage, waarbij de resultaten van de analyse worden toegevoerd aan een computer, die voor regeling van de aangevoerde hoeveelheden grondstoffen zorgt. De analyse geschiedt hier op de elementen calcium, silicium, aluminium, ijzer en kalium. Wanneer in plaats van de röntgenbuis een radioactief, gammastralen uitzendend preparaat wordt genomen, is de röntgenfluorescentiespectrometer een zeer licht en handzaam apparaat (dat o.a. voor de automatische analyse van de bodem van de maan is gebruikt).

< >