Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Roek

betekenis & definitie

m. (-en), Corvus frugilegus, vogelsoort uit de familie kraaiachtigen.

De roek is een geheel zwarte vogel met een lengte van ca. 46 cm, herkenbaar aan de naakte, grijswitte voorkop en de betrekkelijke slanke, puntige, grijswitte snavel. De jonge vogel kan met een zwarte kraai worden verward. De roek bewoont de gematigde streken van Eurazië. In Nederland en België is hij een vrij talrijk resp. talrijk voorkomende broedvogel; hij trekt door en weg van eind sept, tot in dec. en van febr. tot in mei; overwintert in vrij klein (Nederland) resp. groot aantal (België). De roek nestelt in hoge bomen, vooral in bewoonde streken, en altijd in kolonies. Hij voedt zich met muizen, insekten, wormen, slakken, graan enz.; boort met de snavel diepe gaten in de grond.

De roek gaat sterk in aantal achteruit, mede als gevolg van de sterke vervolging waaraan de soort blootstaat. LITT. R.Gerber, Die Saatkrähe (1956); D.Goodwin, Crows of the world (1976); F.Coombs, The crows: a study of the corvids of Europe (1978).

< >