langgerekte zee tussen Arabië en Afrika, 1800 km lang, 450 000 km2, gemiddelde diepte 558 m, grootste diepte 2604 m. De verbinding met de Golf van Aden wordt gevormd door Straat Bab el Mandeb.
In het noorden loopt de Rode Zee uit in de diepe Golf van Akaba en de veel ondiepere Golf van Suez. Het zoutgehalte is hoog en neemt van het zuidoosten naar het noordwesten toe van 36,5 ‰ tot ruim 40 ‰ in de winter en van 37 ‰ tot 41,5 ‰ in de zomer. De oppervlaktetemperatuur neemt in dezelfde richting af: ’s winters van 25 °C tot 18 °C en ’s zomers van 29 °C tot 26 °C. Op enkele plaatsen vindt men geïsoleerde inzinkingen in de bodem waar water met een zeer hoge temperatuur en saliniteit wordt aangetroffen (tot 56 °C en 270 ‰ saliniteit). Het bodemslib is hier zeer rijk aan metalen. Het zoute water en de metalen zijn waarschijnlijk uit de diepere ondergrond afkomstig en via breuken in de aardkorst omhoog gekomen.
In de zomer overheerst de noord-noordwestenwind, ’swinters de zuid-zuidoostenwind in het zuidelijk deel. De getijden zijn overwegend dubbeldaags In de Golf van Suez is bij springtij het verschil tussen hoog en laag water ca. 140 cm. De naam Rode Zee is misschien afkomstig van de rode verkleuring die soms optreedt door het plankton in het water.