Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Rockefeller

betekenis & definitie

John Davison sr., Amerikaans grootindustrieel, *8.7.1839 Richford (New York), †23. 5.1937 Daytona Beach (Florida). Rockefeller stamde uit een in de 17e eeuw uit Duitsland geïmmigreerde, eenvoudige familie.

Vanaf zijn 18e jaar was hij medefirmant in een handelszaak in Cleveland die zich in 1862 in een kleine olieraffinaderij interesseerde. In 1865 kocht Rockefeller zijn medefirmant uit en stichtte kort daarop met zijn broer William een tweede raffinaderij, Standard Oil Works. In 1867 trad H.M.Flagler als firmant toe en werden verschillende andere olieondernemingen overgenomen. In 1870 werd Rockefeller president van de Standard Oil Company of Ohio, die de grootste aardolieonderneming ter wereld werd. Rockefeller maakte het eerst gebruik van pijpleidingen om aardolie over grote afstanden te vervoeren. In 1881 bundelde hij zijn macht in de Standard Oil Trust.

De trust moest ten gevolge van de anti-trustwetgeving (Sherman Act) worden ontbonden. Via een reorganisatie nam de Standard Oil Company of New Jersey in 1889 de bezittingen van de trust over en werd het middelpunt van het concern, later Exxon genoemd. Het vermogen van Rockefeller, dat bij zijn dood ca. $2,5 mrd. bedroeg, werd ook in spoorwegen, mijn-, ijzeren staalindustrie enz. geïnvesteerd. In 1911, toen de Standard Oil Co. wegens overtreding van de anti-trustwetgeving zich van haar aandelen in andere vennootschappen moest ontdoen, trok Rockefeller zich terug en nam zijn zoon John D.Rockefeller jr. (*1874, †l960) de leiding over. Rockefeller sr. stak veel geld in hulp aan wetenschappelijke en culturele instellingen, zoals de Universiteit van Chicago, het Spellman Fund of New York en de General Education Board. Hiertoe werd een aantal stichtingen in het leven geroepen, o.a. het Institute for Medical Research (1901).

De Rockefeller Foundation (1913) stelt grote bedragen beschikbaar voor de inrichting van nieuwe wetenschappelijke instituten overal ter wereld, voor wetenschappelijk onderzoek op velerlei terrein en voor stipendia voor jonge geleerden (fellows). LITT. A.Nevins, John D.Rockefeller, industrialist and philantropist (1953); J.Abels, Die Rockefeller Milliarden (1966).

< >