[Eng., (van een schip) stampen of slingeren; Amer. slang: dansen, geslachtsverkeer], (ook: rock), term sinds ca. 1954 gebruikt voor een soort lichte muziek uit de VS, die ca.1950 in de gehele westerse wereld populair was. De blanke zanger Bill Haley bracht met zijn groep de Cornets de plaat Rock around the clock uit en werd daardoor zeer populair.
De nieuwe stroming brak pas goed door met de muziek van Elvis Presley. Via radio, televisie en film ontstond een platenproduktie die ongekende omzetten haalde. In tegenstelling tot de toen gespeelde lichte muziek wordt de rock and roll gekenmerkt door eenvoud en spontaneïteit (tegenover raffinement en gekunsteldheid), waarbij het taalgebruik en de muzikale structuur (ook het geprononceerde ritme) aansluiten bij folkloristische bronnen. In de rock and roll (meer een verzamelnaam dan een stijl) komen dan ook soorten muziek voor waarvan de verwantschap uiteenloopt van blues (Fats Domino) tot country and western (Jerry Lee Lewis). Behalve deze zangers waren Chuck Berry, Little Richard, Carl Perkins, Buddy Holly, Gene Vincent en Eddie Cochran de belangrijkste exponenten van de rock and roll.Op deze muziek werd op een wiegende manier gedanst, waarbij het lichaam heftige bewegingen maakte. Kenmerkend waren het ver achteroverbuigen met doorgezakte knieën en het rondslingeren van de partner.
LITT. C.May, Rock ‘n’ roll (1974).