(rijmde, heeft gerijmd),
1. verzen maken, m.n. zulke waarin het rijm de hoofdrol speelt en waarvan de dichterlijke waarde gering is: rijmen is geen dichten;
2. (van gedichten) rijm hebben: een gedicht kan slecht zijn en toch mooi rijmen; (van rijmregels, rijmwoorden) rijm vormen: woorden die op (of met) elkaar rijmen;
3. (fig.) overeenstemmen, -komen: melk en wijn rijmen slecht met elkaar; in overeenstemming brengen: de praktijk is met de strenge woorden van de wet moeilijk te rijmen.
