o. (-wijzen), door de overheid verstrekt document dat de bevoegdheid geeft een motorfiets, auto of elektrische tram te besturen: iemands intrekken; mijn is verlopen.
In Nederland heeft men geen rijbewijs nodig voor het besturen van:
1. motorrijtuigen die niet harder kunnen of mogen rijden dan 20 km/h;
2. landbouwtractoren, stoomwalsen e.d.;
3. leswagens waarin de vereiste voorzieningen zijn aangebracht en waarin wordt les gegeven door een rij-instructeur;
4. bromfietsen. Een rijbewijs wordt afgegeven door de betrokken Commissaris der Koningin op basis van een rijvaardigheidsbewijs en een geneeskundige verklaring, te verstrekken door het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen. Voor niet-ingezetenen wordt het rijbewijs afgegeven door de minister van Verkeer en Waterstaat (zgn. ‘departementaal’ rijbewijs). Men onderscheidt de volgende rijbewijzen:
A voor het besturen van motorfietsen; B-E voor personenauto’s en lichte vrachtwagens; CE voor zware vrachtwagens; D-E voor autobussen (d.w.z. met aanhangwagen). Lichamelijk gehandicapten mogen alleen een auto besturen als deze aan hun handicap is aangepast; hun rijbewijs bevat het woord restreint. Als men het rijexamen heeft afgelegd in een auto met een automatische versnellingsbak of koppeling, dan wordt dit vermeld op het rijbewijs en mag men gedurende een jaar alleen een dergelijke auto besturen. Een rijbewijs is vijf jaar geldig en moet na die periode verlengd worden. Het kan zijn geldigheid (meestal na een rechterlijk vonnis) tijdelijk of voor altijd verliezen.
In België is een rijbewijs vereist voor het besturen van een motorrijtuig, echter met uitzondering van:
motorrijtuigen voor traag vervoer;
2. landbouwtractoren;
3. legervoertuigen;
4. leswagens van een erkende rijschool type A, waarin wordt les gegeven door een daartoe bevoegde rij-instructeur;
5. rijwielen met hulpmotor. In België wordt bij KB het rijbewijs afgeleverd door het gemeentebestuur op basis van het slagen in een theoretisch examen en in een praktische proef bij een van de 33 examencentra. Bij de aanvraag moeten worden overgelegd:
1. een verklaring betreffende de rijvaardigheid;
2. een ‘eigen verklaring’ omtrent de gezondheidstoestand. België kent de rijbewijzen:
A voor het besturen van motorrijwielen, -driewielers en -vierwielers; B-E voor personenauto’s en vrachtwagens tot 3500 kg; B-E voor taxi’s; C-E voor zware vrachtwagens; D-E voor autobussen; F bestemd voor lichamelijk gehandicapte bestuurders. Het rijbewijs is onbeperkte tijd geldig, maar kan tijdelijk of voor altijd ongeldig worden.
