v./m. (-kronen), (heraldiek) kroon op het wapen van iemand die gerechtigd is de titel van ridder te voeren.
Een ridderkroon bestaat uit een gouden hoofdband, omwoeld met een parelstreng, en voorzien van vijf parels geplaatst op kleine parelpunten. De ridderkroon dient uitsluitend als schilddekking.