koning van Engeland (1377-99), *6.1. 1367 Bordeaux, ♱14.2.1400 Pontefract Castle (York); zoon van Eduard van Woodstock (de Zwarte Prins), gehuwd met Anna van Bohemen (♱1394). Richard volgde zijn grootvader Eduard III als koning op, aanvankelijk onder voogdij van zijn ooms Jan van Gent, hertog van Lancaster, Edmund van York en Thomas van Gloucester.
Hij wist de boerenopstand van Wat Tyler in 1381 te bezweren. In 1383 werd de Honderdjarige Oorlog voortgezet, met gering succes. Zijn tegenstanders verbonden zich daarom met Gloucester en drongen Richard een regentschapsraad op (1386). Verzoening met het parlement en en onenigheid tussen Gloucester en Lancaster deden in 1389 zijn kansen keren. Richard sloot een wapenstilstand met Frankrijk. Parlementaire wensen van controle op de uitgaven deden Richard tot een autoritair regime besluiten.
Teruggekomen van een veldtocht naar Ierland, werd hij in 1399 door zijn neef Bolingbroke, zoon van Jan van Gent, gevangengenomen. Richard tekende een akte van abdicatie. Bolingbroke volgde hem op als Hendrik IV.LITT. H.F.Hutchison, Richard II (1961); A.Tuck, Richard n and the English nobility (1973).