1. (stromingsleer) symbool Re, dimensieloos getal, gedefinieerd als de verhouding tussen traagheidskrachten en wrijvingskrachten in een om, langs of door (m.n. buis) een voorwerp stromend gas of vloeistof. In formule: Re = Vlρ/η = Vl/ν.
Hierin is V de snelheid, l de karakteristieke afmeting, ρ de dichtheid van de vloeistof (of het gas), η de dynamische en ν de kinematische wrijvingscoëfficiënt. Voor stroming door een buis is V de gemiddelde stroomsnelheid en l de buisdiameter; bij de val van een voorwerp door lucht is V de valsnelheid en l de gemiddelde dwarsafmeting; bij de stroming van lucht om een vleugelprofiel is l de vleugelkoorde. Voor elke geometrische situatie bestaat een waarde van Re, waaronder de stroming gelaagd is (laminair), of na verstoring weer gelaagd wordt. Boven dit zgn. kritische getal van Reynolds, Rekrit, ontstaan wervels en fluctueert de stroming onregelmatig (turbulent).Wil men een stromingsexperiment verrichten op verkleinde schaal, dan moet men ervoor zorgen dat bij het schaalmodel Re dezelfde waarde heeft als bij de stroming om het lichaam op ware grootte. Bij gelijke ρ en ν zal men, b.v. bij een kleinere afmeting van het model, de snelheid zoveel maal groter moeten nemen. Deze eis is slechts werkelijk van groot belang indien de stroming door beide soort krachten (inertie en viskeus) wezenlijk wordt beïnvloed.
2. (magnetohydrodynamica) een dimensieloos getal dat een overeenkomstige rol speelt als het gelijknamige getal in de hydrodynamica, gedefinieerd als: het magnetisch getal van Reynolds = lV/η, waarin l de karakteristieke lengte is, V de snelheid, en η de magnetische viscositeitscoëfficiënt: η = 1/μσ waarin σ de soortelijke geleidbaarheid van het medium voor elektrische stroom en μ de magnetische permeabiliteit zijn. Als het magnetisch getal van Reynolds >1, bewegen de magnetische krachtlijnen praktisch met de vloeistof mee.