[Lat.], v. (-s),
1. bewaring; (Rooms-Katholieke Kerk) het bewaren van het geconsacreerde brood op het altaar of elders;
2. voorbehoud, het zich voorbehouden; kerkelijk voorbehoud ; recht waarbij aan de paus of aan bepaalde hoge prelaten iets is voorbehouden, o.a. benoemingen, dispensaties, vergeving van bepaalde zonden.