[Fr.], m. (g. mv.), onregelmatige en elkaar snel afwisselende neerwaarts en opwaarts gerichte luchtstromingen in de atmosfeer, die op een vliegtuig de uitwerking hebben van plotselinge, vaak felle omlaag en omhoog gerichte stoten (remoustikken).
Remous komt in hoofdzaak voor onder en in cumuluswolken alsmede in en in de nabijheid van onweerswolken. Ook bij een wolkenloze hemel kan remous optreden, zowel op relatief lage hoogte als de lucht bij haar horizontale verplaatsing (de wind) over obstakels (bergen, heuvels, hoge gebouwen en bomen) strijkt, als in het grensgebied van troposfeer en stratosfeer (zie clear-air turbulence). Vooral bij de landing van een licht vliegtuig, wanneer bij sterke wind tijdens de nadering van het vliegveld over obstakels wordt gevlogen, kunnen door de vlak boven de grond optredende remous gevaarlijke situaties ontstaan indien de vlieger daarop niet is voorbereid. Bij de constructie van vliegtuigen wordt altijd met de sterkst mogelijke remous rekening gehouden. Remous leidt nogal eens tot het optreden van luchtziekte.