o. (-en), krediet vooral ter financiering van de internationale handel.
Rembourskrediet berust op het aan elkaar verbinden van een documentair accreditief en een acceptkrediet. Wenst een buitenlandse exporteur zo spoedig mogelijk over zijn geld te beschikken, terwijl de importeur daarentegen behoefte heeft aan krediet, dan zou de exporteur zich betaling kunnen verschaffen door een wissel te trekken op de importeur, die dan vervolgens door de importeur wordt geaccepteerd tegen overgave van de documenten die de goederen vertegenwoordigen en tenslotte door de exporteur wordt verdisconteerd. In de praktijk stuit dit echter op grote bezwaren omdat de goederen reeds verzonden zijn als de importeur acceptatie zou weigeren, met als gevolg verkoop aan derden tegen lagere prijs of retourvracht. Bovendien kan de exporteur de wissel pas verdisconteren na acceptatie, maar dan nog zal een dergelijke wissel moeilijk verhandelbaar blijken, daar veelal de importeur (debiteur) in het land van export vrijwel onbekend kan zijn en ook de acceptatie geen vertrouwen geeft. Dit wordt verbeterd als de bank van de importeur de wissel, uiteraard tegen overgave van documenten, accepteert. Wordt het rembourskrediet inderdaad door de bank verleend (bankrembours), dan kan de exporteur de wissel op de geldmarkt verdisconteren, terwijl de importeur zijn schuld aan de bank vóór of op de vervaldag voldoet.
De wissel wordt nog couranter als hij geaccepteerd wordt door een in een financieel centrum gevestigde bank. De accepterende bank verleent eigenlijk geen krediet, maar gaat een verplichting aan tot betaling van een schuld die zij onmiddellijk kan verhalen (rembourseren) op degene voor wiens rekening de wissel is geaccepteerd, documentair krediet.