[Lat. reliquiae, overblijfselen), v./o. (-ën),
1. overblijfsel van een gestorvene; m.n. in het rooms-katholicisme overblijfsel van gestorvenen dat vereerd wordt: een vertonen, ronddragen, vereren; iets als een relikwie bewaren, zeer zorgvuldig;
2. (fig.) dierbaar bezit, afkomstig van een geliefd persoon of herinnerend aan een waardevolle gebeurtenis.