Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Rekenhof

betekenis & definitie

Belg. rekenkamer, opgericht bij decreet van 30.12.1830; de organieke wet dateert van 29. 10.1846 (nadien gewijzigd). Het Rekenhof is geregeld in art. 116 GW.

De leden van het Rekenhof worden door de Kamer van Volksvertegenwoordigers benoemd voor een termijn van zes jaar. De bevoegdheid van het Rekenhof is drieledig: administratief (nagaan of de financiële verrichtingen wettelijk en regelmatig zijn), wettelijk (voorbereiden van de parlementaire controle) en rechtsprekend. Daarenboven legt de organieke wet aan het Rekenhof de verplichting op continue mededeling te doen van elke tekortkoming aan de begrotingswetten. Het Rekenhof brengt ter kennis van de Kamers de beraadslagingen van de ministerraad, waarbij vastlegging en zelfs betaling opgelegd worden buiten of boven de toegestane kredieten. Verder heeft het Rekenhof bepaalde verplichtingen, m.n. het afsluiten van de rekeningen van de staat. ‘Afsluiting’ betekent de officiële vaststelling van de uitkomsten en is een daad van louter administratieve controle. Het Rekenhof spreekt als jurisdictie arresten uit over het beheer van de rekenplichtigen van alle aard, evenals arresten over de verantwoordelijkheid van de gedelegeerde ambtenaren omtrent de door hen getroffen beslissingen.

De bevoegdheid van het Rekenhof werd door de wetgever uitgebreid tot sommige instellingen van openbaar nut, bij de wet van 16.3.1954; de staatsbedrijven en staatsdiensten met afzonderlijk beheer bij organieke wet van 28. 6.1963. Het betreft hier geen preventieve bevoegdheid, maar een van accountancy. Het Rekenhof heeft een Fransen een Nederlandstalige kamer. rekenkamer.

Voor Nederland: Algemene Rekenkamer.

< >