(ook: stemming van Zarlino), stemming waarbij de diatonische intervallen berekend worden vanuit de trillingsgetalverhoudingen van het reine octaaf (1:2), de reine kwint (2:3) en de reine grote terts (4:5). In dit laatste onderscheidt de reine stemming zich van de pythagoreïsche stemming.
Bij de reine stemming zijn niet alle hele toonsafstanden even groot. De verhouding tussen een grote hele toon en een kleine hele toon noemt men het syntonische komma of het komma van Didymos (g).