v.,
1. ambtelijke beschrijving in een register: de van effecten; van arbeidskrachten; m.n. aantekening van authentieke en onderhandse akten in een wettelijk daartoe bestemd register, tevens dienstbaar aan belastingheffing: kantoor, ontvanger, surnumerair der registratie; de dienst en het gebouw daarvan;
2. (bij het orgel) het bedienen der registers; het kiezen van de juiste registers voor het beoogde effect.
RECHT
In Nederland en België kunnen alle akten worden geregistreerd. Onder ‘akten’ verstaat de Ned. Registratiewet van 24.12.1970, Stb. 610, niet alleen de stukken die opgemaakt zijn om tot bewijs te strekken, maar ook huiselijke papieren, brieven, kaarten, tekeningen en verdere geschreven, gedrukte of op andere wijze vervaardigde bescheiden. Registratie geschiedt door het weergeven van de gehele of gedeeltelijke inhoud van de akten in daartoe bestemde ambtelijke registers. Voor onderhandse akten brengt registratie mee, dat hun bestaan ook tegenover derden voortaan vaststaat, b.v. het handelsregister, octrooiregister, register van de burgerlijke stand en huwelijksgoederenregister.
Registratie is alleen voor notariële akten verplicht; dit in het bijzonder in verband met de heffing van de-overdrachtsbelasting. Testamenten en andere akten met betrekking tot uiterste wilsbeschikkingen echter worden pas na het overlijden ter registratie aangeboden. De kosten voor het registreren bedragen in Nederland voor notariële akten f3 en voor andere akten fl.1.
Voor België: registratierecht.