v./m. (reten),
1. nauwe opening tussen niet aaneensluitende delen, kier, spleet: door de van de deur;
2. (plat) scheiding tussen de twee billen, gat; achterste: ik kreeg een pak op mijn iemand achter zijn zitten, hem narijden; je kunt me de likken, je bent me veel te min; aarsopening; geen -, geen zier.