[Eng.], v.,
1. het terugwinnen en opnieuw voor gebruik geschikt maken van grondstoffen;
2. het weer in de internationale geldkringloop brengen van monetaire reserves.
TECHNOLOGIE
Recycling kan worden toegepast om verschillende redenen: om verontreiniging van het milieu te beperken, om het uitputten van de primaire grondstofbronnen minder snel te laten verlopen of omdat het een economisch voordelige methode kan zijn. Het is lang niet altijd de meest economische methode van afvalverwerking. De kosten voor handsorteren van b.v. huisvuil zullen in de meeste gevallen hoger zijn dan die voor het gecontroleerde vuilstorten. Het terugwinnen van grondstoffen is alleen mogelijk ten koste van een hoog energieverbruik. Hoe hoger de efficiëntie van het terugwinnen is, des te meer energie zal er moeten worden gebruikt. Boven een bepaalde waarde zal het economisch niet meer verantwoord zijn de efficiëntie verder op te voeren, omdat de primaire grondstoffen dan goedkoper worden dan de teruggewonnen stoffen.
Financieel voordeel wordt vooral gehaald bij de recycling van non-ferrometalen, kwaliteitspapier, glas, thermoplastische kunststoffen, bepaalde textielsoorten, afgewerkte carterolie en stro (voor het maken van papier). Het terugwinnen van sommige produkten bestaat al heel lang: linnen en katoen voor de papierfabricage, ijzerschroot voor de hoogovens en voor de staalveredeling, en wol, dat uit wol-katoenmengsels kan worden gewonnen door carbonisatie.
Het huisvuil van West-Europa bestaat voor 30—40 % uit papier en karton, voor 2—6 % uit plastics, voor 5—8 % uit glas en voor 4—6 % uit metalen. In 1972 werd in België en Luxemburg 35 kg oud papier ingezameld per hoofd van de bevolking, d.w.z. 31 % van het totale papierafval. In Nederland ging het om 59 kg per hoofd per jaar, d.w.z. 43 % van het totaal aan papierafval. De waarde van het oude papier varieert echter sterk; die kan binnen korte tijd tienmaal groter of kleiner worden. Het percentage oud papier dat opnieuw wordt gebruikt, zal dan ook eveneens sterk variëren.
De recycling van koelwater wordt erg veel toegepast, vooral daar waar gebruik gemaakt wordt van koeltorens. In feite gaat het daarbij om een min of meer gesloten systeem, waarin het koelwater circuleert tussen het te koelen gedeelte van de fabriek of centrale en de koeltoren. Recycling van afvalwater naar drinkwater wordt toegepast op plaatsen waar water erg schaars is, zoals in Israël en Windhoek (Namibië).
Het terugwinnen van plastic uit afval wordt sinds het begin van de jaren zeventig toegepast in Japan, vanaf een wat later tijdstip ook in de VS en in Groot-Brittannië.
Het gaat hierbij vooralsnog alleen om thermoplasten, die na het verzamelen eerst worden vermalen, daarna plastisch gemaakt en als een soort deeg gemengd. Typische produkten van dit herwonnen plastic zijn: palen en latjes, kabelrollen, buizen en dakgoten. Door pyrolyse kan van een aantal kunststoffen een groot deel worden teruggewonnen in de vorm van het monomeer (de bouwsteen waaruit de molucuulketens van het polymeer zijn opgebouwd). Van b.v. polymethylmethacrylaat (plexiglas, perspex) kan zo’n 95 % van het methylmethacrylaat worden herwonnen. Van polystyreen kan 40—80 % van het styreen weer bruikbaar worden gemaakt. Bij andere kunststoffen worden door pyrolyse mengsels van gasvormige, vloeibare en vaste stoffen verkregen, die meestal niet geschikt zijn voor verwerking tot nieuwe polymeren. De kosten voor de pyrolyse zijn hoog, waardoor deze methode in Europa niet op korte termijn zal worden toegepast, met een uitzondering voor enkele stoffen, als nylon en polymethylmethacrylaat.
Het afscheiden van glas uit huisvuil is op zichzelf niet lonend, want slechts 5—8 % van het afval bestaat uit glas en de opbrengst is laag. Voor de glasbereiding is echter altijd ten minste 10 % oud glas nodig om de smeltbaarheid te bevorderen. Tegenwoordig wordt zelfs tot 30 % oud glas gebruikt. Uiteraard kan dit moeilijkheden opleveren, b.v. door een met kobaltblauw gekleurd etiket, waarmee het gesmolten glas intens blauw kan worden. De kostprijs van het afscheiden van afvalglas zal alleen gedekt kunnen worden door zoveel mogelijk andere componenten van het afval ook waardevol te maken. Overigens wordt op veel plaatsen gebruik gemaakt van speciale glascontainers, waarin alleen glasafval mag worden gegooid, zodat in feite de verbruiker al sorteert.
In de hoogovens is altijd een deel oud ijzer nodig om het smelten van de ertsmassa te bevorderen. Hiervoor wordt o.a. het schrootijzer uit autowrakken gebruikt; in Nederland van ca. 350000 auto’s en in België van ca. 525000 auto’s per jaar (1975—76). Van de 12,6 mln. t staal die in 1970 in België werd geproduceerd was ca. 4 % afkomstig uit dit schroot. Wat betreft het non-ferroschroot (d.w.z. bestaande uit andere metalen dan ijzer), wordt in de EG bijna 40 % van het koperverbruik en ca. 20 % van het zinkverbruik gedekt door recycling. Ook van andere metalen wordt veel teruggewonnen: in Groot-Brittannië b.v. werd in 1974 55-60 % van het lood-, 30—35 % van het aluminium-, en 13 % van het tinverbruik door recycling gedekt.
ECONOMIE
De term recycling wordt sedert de jaren zeventig ook gebruikt op het gebied der internationale financiële betrekkingen. Dan bedoelt men daarmee het regelend overheidsoptreden om vorderingen en geldmiddelen die zich als monetaire reserves bij de olie-exporterende landen dreigden op te hopen (door te geringe bestedingen van deze landen in de olie-importerende landen) wederom door middel van leningen, al of niet via het International Monetary Fund, ter beschikking van de olie-importerende landen te doen komen.