[Lat. recidivus, terugkomend], v./m.,
1. (recht) herhaling van misdrijf;
2. het opnieuw vervallen in dezelfde zonde.
Herhaling van strafbare feiten doet zich voor als een persoon meer dan één strafbaar feit begaat, terwijl tussen het begaan van twee feiten een veroordeling voor het eerder begane heeft plaatsgevonden. Het is een strafverhogende omstandigheid. De wetgever gaat ervan uit, dat er bij herhaling een groter gevaar is voor de openbare orde of een ernstiger misdadige gezindheid bij de dader (gewoontemisdadiger).
In Nederland geldt het systeem van de speciale recidive, d.w.z. dat herhaling van een soortgelijk misdrijf tot strafverhoging leidt. De wet onderscheidt drie groepen: misdrijven uit winstbejag (art. 421 WStr), misdrijven begaan met geweld tegen personen (art. 422), misdrijven voornamelijk tegen de eer (art. 423). Voorts leidt herhaling van afzonderlijke delicten tot strafverhoging, zoals het misdrijf van art. 184 (niet voldoen aan ambtelijk bevel) en een overtreding als die van art. 424 (straatschenderij).
In België heeft men principieel gekozen voor het systeem van de algemene herhaling, d.w.z. dat de begane strafbare feiten van geheel verschillende aard kunnen zijn (artt. 54-57 Swb). Strafverzwaring is in sommige gevallen facultatief, in andere verplicht.