Engels-Amerikaans psycholoog, *20.3.1905 West Bromwich. Cattell behaalde een graad in de chemie en ging daarna psychologie studeren bij C.Spearman.
In 1937 ging hij naar de VS (in 1947 genaturaliseerd), waar hij samenwerkte met E.L.Thorndike.Hij doceerde o.a. te Harvard en was sedert 1945 hoogleraar aan de universiteit van Illinois. Cattell stelt dat intelligentiefactoren niet geheel onafhankelijk zijn, maar onderling tot op zekere hoogte samenhangen. Uit het verband tussen de factoren leidt hij af dat er een meer algemene intelligentiefactor (g-factor) is, die relaties tussen de verschillende tests moet verklaren.
Cattell besteedde veel aandacht aan het definiëren en structureren van persoonlijkheidskenmerken. Hij gebruikte veel complexe statistische technieken, waarvan hij de resultaten onderbracht in een ingewikkeld theoretisch kader. Hij heeft veel tests ontwikkeld, waarvan de Sixteen personality factors questionnaire de meest gebruikte is.
Werken: The fight for our national intelligence (1937), Personality (1950), Personality and motivation structure and measurement (1958), Children’spersonality questionnaire (1959), Handbook of multivariate experimental psychology (1966), Objective personality and motivation tests (1967), Handbook of sixteen personality factors questionnaire (1967), The prédiction of achievement and creativity (1968), Personality and mood by questionnaire (1973).
