Engels bioloog en theoloog, 29.11.1627 Blacknotley, ♱17.1.1705 Blacknotley. Ray reisde met zijn vriend F.Willoughby (1635, ♱1672) in Europa en in Noord-Afrika om biologische waarnemingen te doen en planten en dieren te verzamelen voor nadere studie.
Zelf schreef hij plantkundige werken; zijn dierkundige verhandelingen bevatten tevens de nagelaten aantekeningen van Willoughby. Ray is een van de grondleggers van de huidige biologie; zijn indelingen van het plantenen dierenrijk waren deels vernieuwing en deels geheel nieuw. Hij begreep reeds in 1691 dat fossielen resten van uitgestorven, maar werkelijk geleefd hebbende dieren waren. De Engelse Ray Society geeft systematischbiologische monografieën uit. Werken: Methodus plantarum nova (1682), Historia piscium (1686), Historia generalis plantarum (3 dln. 1686-1704), Wisdom of God manifested etc. (1691), Synopsis methodica animalium etc. (1693).