v./m. (-n), ben. voor de larve van enkele insektengeslachten uit de familie zweefvliegen.
De larve van de slijkvlieg, Eristalis, lijkt veel op een bij en wordt dan ook wel aangeduid als ‘blinde bij’. De rattenstaartlarve voedt zich met honing en stuifmeel. De larven van zweefvliegen hebben op de laatste ring twee stigmata (openingen voor de tracheeën), geplaatst op kleine verhevenheden. Bij de larven van de slijkvlieg zijn deze laatste verenigd en uitgegroeid tot een lange adembuis, een aanpassing aan hun milieu, nl. mest en modderpoelen. Deze adembuis is strekbaar en wordt als een snorkel afgesteld op de diepte waarop de larve zich bevindt.