Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

ratelslang

betekenis & definitie

v./m. (-en), algemene naam voor een aantal Amerikaanse gifslangen uit de familie groefkopadders, gekenmerkt doordat zij aan het einde van de staart een ratel dragen; zeer sterk gelijkend op adders.

De ratel van ratelslangen bestaat uit enigszins afgeplatte hoornen kegels, die elk aan het eind omvat worden door een volgende kegel. Wanneer er gevaar dreigt, wordt de staartpunt opgeheven en in heftige beweging gebracht, waardoor een ratelend geluid ontstaat. Van de gewone adders (familie Viperidae) uit Europa onderscheiden de ratelslangen zich behalve door de ratel ook door de aanwezigheid van een diepe groef tussen oog en neusgat, een orgaan waarmee warmtestraling kan worden waargenomen. Op het sterk verkorte bovenkaakbeen staat slechts één functionerende, holle giftand. In rust is het bovenkaakbeen zo geplaatst dat de lange giftand naar achteren wijst. Bij het bijten wordt het bovenkaakbeen en daarmee de giftand naar voren gedraaid, zodat de tand loodrecht in de huid van de prooi dringt.

Evenals de Viperidae laten ratelslangen de prooi na de beet los, om deze pas te verzwelgen als zij verlamd is. Het geslacht Crotalus, waarvan 23 soorten bekend zijn, is verspreid van Zuid-Canada tot Noord-Argentinië. De meeste soorten worden in de VS en Mexico gevonden. In Zuid-Amerika komt C. durissus terrificus voor; op Aruba heeft zich een ras (C. durissus unicolor) ontwikkeld waarbij de zigzagstreep op de rug is verdwenen. Het geslacht Sistrums, dat drie soorten omvat, komt in de VS en Mexico voor. De beet van ratelslangen is voor de mens dodelijk, tenzij onmiddellijk antiserum wordt ingespoten. adders.

< >