Plantengeslacht uit de familie Palmae, met ca. 40 soorten veerbladige palmen, inheems in tropisch Afrika en Zuid-Amerika. Het zijn meestal forse palmen met smalslippige, geveerde, soms meer dan 15 m lange bladeren en grote, vertakte bloeiwijzen (tweeslachtige bloemen).
Vruchten niet groot met glimmende, hoornachtige, ruitvormige, aaneengesloten schubben bedekt. Bij voorkeur op moerassige of periodiek overstroomde terreinen. De bladstelen dienen plaatselijk als bouwmateriaal. Palmwijn wordt in West-Afrika getapt uit Raphia vinifera. De huid van de bladstelen is als Westafrikaanse piassave in de handel (binden vlechtmateriaal). De Amerikaanse piassave komt van Attalea.
Raffiabast, algemeen en onovertroffen bindmateriaal bij de sierteelt, komt vooral van R. farinifera (Malagasië). De stam van Raphia-palmen bevat veel zetmeel, en dit wordt af en toe als een sago geoogst.