m. (-en), Asio otus, vogelsoort uit de familie uilen.
De ransuil is een middelgrote uil met lange oorpluimen. De bovendelen zijn roestgeel en grijsbruin getekend, de onderdelen izabelkleurig met brede, donkere lengtestrepen en fijne dwarsvertakkingen. De ransuil verschilt van de sterk gelijkende velduil, o.a. door de veel langere oorpluimen. Deze broedvogel van bossen, parken, tuinen en ook van eendenkooien en moerassen jaagt uitsluitend ’s nachts. Hij komt voor in Europa, Noord-Afrika, Azië en Noord-Amerika. In Nederland en België is de ransuil vrij schaars (hoofdzakelijk standvogel). | Buiten de broedtijd leven zij meestal in kleine troepen.
Het voedsel bestaat uit kleine zoogdieren (vooral muizen en ratten), kleine vogels en grote insekten. Nestelt bij voorkeur in oude nesten van kraaiachtigen en duiven, hoornuil.
LITT. H. Warren, Nachtvogels (1949); J.A. Burton (red.), Owls of the world (1973); S. Eck en H. Busse, Eulen (1973).
