[Eng.], m. (-s), (ook: stuwstraalmotor), vliegtuigmotor voor hoge snelheden, uitsluitend bestaande uit een holle buis die aan vooren achterzijde vernauwd is en waar de brandstof in de doorstromende lucht wordt gespoten en ontstoken.
Deze ramjetmotor is uitgedacht door de Fransman René Leduc, die reeds in 1933 werkte aan een vliegtuigontwerp dat door een dergelijke motor zou worden aangedreven. Het vermogen van een ramjet neemt aanzienlijk toe naarmate de snelheid van de door de buis stromende lucht groter wordt. De moeilijkheid is echter dat de ramjet zelf het vliegtuig of de rotor van een hefschroefvliegtuig niet in beweging kan brengen de lucht moet immers met een zekere snelheid de buis binnenstromen voordat de motor gaat werken. Tenzij men het vliegtuig door een ander vliegtuig in de lucht laat brengen, zal een hulpmotor het vliegtuig of de rotor van een hefschroefvliegtuig eerst een aanvangssnelheid moeten geven. Bij het succesvolle hefschroefvliegtuig van Nederlands ontwerp, de Kolibrie, bevinden de ramjets zich aan de uiteinden van de rotorbladen en zorgt een licht benzinemotortje voor het in beweging brengen van de rotor.