[Jap., vreugde], o., Japans aardewerk bestemd voor de theeceremonie, sinds de 16e eeuw vervaardigd in Kioto.
Het Japanse karakter rakoe is sinds de tweede helft van de 16e eeuw door het pottenbakkersgeslacht Tanaka (14 generaties) gebruikt om het aardewerk voor de theeceremonie te signeren. Tsjojiro (*1516, ♰1592) was de schepper van dit zachte, met de hand gemodelleerde keramiek. Rakoe is voorzien van verscheidene lagen meestal zwart of rood loodglazuur, dat tijdens het bakken is uitgelopen. De belangrijkste keramist uit de familie Tanaka was Donjoe (*1599, ♰1656).
LITT. M.Feddersen, Japanisches Kunstgewerbe ; R.A.Miller, Japanese ceramics (1960).