[Gr.], v./m., Rheum rhabarbarum, een tuinbouwgewas uit de familie van de Polygonaceae.
Daar rabarber geen bijzonder hoge eisen stelt aan bodem en klimaat komt de teelt in vele Ned. en Belg. groentecentra voor. De aanvoer valt m.n. in de periode april–juli. Het is een uitgesproken binnenlands produkt. Een deel van de produktie wordt afgenomen door de verwerkingsindustrie. De teelt is vrij extensief en vraagt weinig zorg. Rabarber wordt vermenigvuldigd door het scheuren van de moederplant.
In herfst of voorjaar kan men de plant in zoveel delen splitsen als er neuzen zijn. Men dient bij de vermenigvuldiging uit te gaan van virusvrije planten. Rassen met vroege produktie en rode, volle, ronde stelen genieten de voorkeur. Men plant ze op ca. 1 m afstand van elkaar. Levensduur 6–8 jaar. Rabarber kan in de wintermaanden worden geforceerd in donkere ruimten.
De produktie van rabarber bedroeg in 1977 in Nederland 8,19 mln. kg., in België ca. 1,2 mln. kg (vooral in de prov. Antwerpen).