Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

raapkoek

betekenis & definitie

m. (-en), veevoeder, ontstaan als bijprodukt bij het winnen van vet uit Brassicaen Sinapissoorten met uitzondering van Brassica nigra, Sinapis alba en S. arvense.

Voorzover bij de bereiding van raapkoek gebruik wordt gemaakt van Indisch zaad, bestaat er kans dat zich bij vervoedering van raapkoek mosterdolie ontwikkelt (mosterdzaadkoek). Voor het vervoederen van raapkoek koolzaadkoek. Voederwaarde: (koek) ZW 62, VRE 27 %; (schroot) ZW 52, VRE 30 %.

< >