Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

quorum (kworum)

betekenis & definitie

[Lat., eig. quorum maxima pars, aanhef van een formule uit het Engelse parlement], o., aantal leden dat in een vergadering aanwezig moet zijn om wettig te kunnen beraadslagen of besluiten; gewoonlijk meer dan de helft van het aantal leden.

In Nederland bepaalt art. 115 GW dat de Kamers der Staten-Generaal noch afzonderlijk noch in verenigde vergadering mogen beraadslagen of besluiten als niet meer dan de helft van het aantal leden tegenwoordig is.

In België is bij de wetgevende lichamen het quorum de helft van het aantal leden plus één. Dit geldt alleen niet in die gevallen waarin geen van beide Kamers kan beraadslagen wanneer niet ten minste twee derde van haar aantal leden tegenwoordig is en het voorstel alleen dan is aangenomen indien het ten minste twee derde van de uitgebrachte stemmen heeft verkregen, nl.:

1. bij de benoeming door de koning van zijn opvolger indien hij geen mannelijke nakomelingen heeft (art. 61 GW);
2. ingeval van toestemming door de Kamers aan de koning gegeven om tegelijk hoofd te zijn van een andere staat (art. 62);
3. ingeval van herziening van de Grondwet (art. 131).

< >