bn.,
1. zogenaamd, naar iemand voorgeeft: hij kwam wat te leen vragen;
2. in schijn: slapend, hoorde hij alles;
3. als het ware, vrijwel, nagenoeg: hij leeft voor zichzelf;
4. met de waarde van een bn. in verbinding met zn.: een quasi-contract, een contract in schijn, slechts voor de vorm.