m. (-s), glazen flesje waarmee een zeer nauwkeurig bepaald volume van een vloeistof (of vaste stof) afgepast kan worden.
De pyknometer wordt vooral gebruikt om de relatieve dichtheid van een vloeistof te bepalen. Hij is daartoe voorzien van een zuiver passend geslepen stop, waardoor een nauw verticaal kanaaltje loopt. De pyknometer wordt gewogen gevuld met achtereenvolgens water (20 °C), de te meten vloeistof, en leeg. Men berekent dan de verhouding van de gewichten van gelijke volumina vloeistof en water en daarmee de relatieve dichtheid van de vloeistof.