Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

pygmee (pigmee)

betekenis & definitie

[Gr. pygmaios, dwerg], v./m. (-ën),

1. (Griekse mythologie) fabelachtige dwerg;

. (
antropologie) aanduiding voor een persoon behorend tot de dwergvolken, in het bijzonder die in Afrika;

3. (fig.) onbeduidend, nietig persoon.

Al in de oudheid werd door Herodotos e.a. van Afrikaanse en Aziatische dwergen gesproken, maar pas sinds de herontdekking van de Oostafrikaanse Akka door Schweinfurth (1871) kreeg men daaromtrent enige zekerheid. Daarna nam het aantal waarnemingen van pygmeeën sterk toe. In hoeverre de geringe lichaamslengte (volwassen mannen niet langer dan 1,50 m) een kwestie van milieu (m.n. voeding) of van rasaanleg is, blijft een omstreden kwestie. In Afrika zijn de pygmeeën van negroïde herkomst, verwantschap met de buiten Afrika levende dwergvolken (negrito) is niet aangetoond. Zij verschillen van de hun omringende volken in uiterlijk, o.a. door een lichtere huidkleur, evenals in soort bloedgroep. Zij wonen in groepjes van enkele tientallen in het oerwoud en zijn te verdelen in drie groepen, die resp. leven in

1. het Ituriwoud;(de Mbuti);
2. het gebied van de rivier de Ubangi;
3. Gabon en Kameroen.

De pygmeeën zijn jagers en verzamelaars, de mannen wijden zich aan de jacht (met behulp van giftige pijlen). De vrouwen verzamelen vruchten, insekten e.d. Vroeger hebben zij vermoedelijk een veel uitgestrekter gebied bewoond, maar zijn door de sterkere Bantoenegers in het oerwoud teruggedrongen. Met de omwonende Bantoestammen bestaat thans op economisch gebied een soort symbiose, waardoor de pygmeeën b.v. in het bezit komen van metalen werktuigen. Ook de talen van deze volken hebben zij overgenomen. De afzonderlijke pygmeeën-groepen staan onder leiding van de sterkste jagers (geen gerontocratie) . De positie van de vrouwen is gelijk aan die van de mannen.

Groepsexogamie is algemeen en gewoonlijk worden door ruilhuwelijken de vrouwen tussen de groepen uitgewisseld. De huwelijken zijn meestal monogaam. De magisch-religieuze voorstellingen van de pygmeeën zijn weinig bekend, maar toverij schijnt een belangrijke rol te spelen. Onder invloed van de moderne ontwikkeling is het isolement van de pygmeeën doorbroken.

Hun aantal bedraagt thans nog enkele honderdduizenden.

LITT. P.Schebesta, Anthropology of Central African Pygmies (1933); D.Schebesta, Die PygmeeVölker der Erde (4 dln. 1938—50); P.Julien, Pygmeeën, 25 jaar dwergenonderzoek in equatoriaal Afrika (1953); C.M.Turnbull, The forest people (1961).

< >