Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Purusja (Purusha)

betekenis & definitie

in deVeda (vooral Rigveda 10,90) een oerwezen, identiek met de totaliteit (het Al), voor drie kwart transcendent en voor een kwart zich in de schepping manifesterend, gedacht als de hoogste realiteit en eenheid van God en universum, dat door zelflimitatie in fenomenale vorm uit hem emaneert. Deze kosmogonische mythe had enorme invloed als prototype van alle schepping; zijn inherente kracht wordt, b.v. bij tempelbouw, riten ter verkrijging van een zoon, door voordracht van de Rigveda 10,90 gereactiveerd.

Ritueel en meditatief dient hij eveneens tot herschepping of reïntegratie van eigen persoonlijkheid, tot bevordering van de realisatie van de eenheid van de mediterende mens, wiens wezenskern de Purusja vormt (als zodanig is hij in vele opzichten met de atman identiek), met God (en het Al). De Purusjafiguur werd op den duur door vishnuïeten en sivaïeten met hun god geïdentificeerd en kreeg vooral in de theologie van de eersten een belangrijke plaats.

< >