Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

puntje

betekenis & definitie

o. (-s),

1. klein, spits toelopend uiteinde of zo’n onderdeel, prikkel, stekel: het puntje van een pen; de scherpe puntjes zijn eraf, (fig.) hij is niet meer zo flink, of zo vlug van begrip; (ook) de scherpe tegenstellingen in een conflict zijn verdwenen of verzacht;
2. zoveel als op de punt van een mes kan liggen: een puntje zout;
3. eerste uitbotting, b.v. van een blad: thee met gele, met witte puntjes, zeer goede kwaliteit thee met nog onontwikkelde (witte) bladknoppen; (scherts.) thee met witte puntjes, slappe, bijgeschonken thee;
4. uiteinde, rand: hij zit op het puntje van de stoel;
5. spits toelopend mandje, vroeger ook als maat voor vis, b.v. 14 roggen: tien puntjes rog;
6. luxebroodje dat puntvormig toeloopt.

< >