Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

puin

betekenis & definitie

o. (g. mv.),

1. massa vergruizelde steen, ontstaan door afbraak of verwoesting van metselwerk of door breken van nieuwe steen: een weg met puin ophogen, harden; puin ruimen na een bombardement; het huis stortte in puin, stortte in elkaar; onder het puin bedolven, onder het neerstortend metselwerk;
2. bouwval; ruïne: een stad tot puin schieten; (fig.) het puin van de Duitse tirannie;
3. (geologie) morene;
4. fijne brokjes diamant van geringe waarde.

Het puin ontstaat bij de verwering (detritus, erosie) van vaste gesteenten. Door het rollend transport over de bodem van rivieren kan het scherphoekig puin overgaan in grind.

< >