(puilde, heeft gepuild),
1. zwellen, bol zijn, bol staan, bollen; thans meestal uitpuilen; een puilende koffer; hij puilt van de centen; buitenwaarts uitzwellen (in verbinding meestal met uit): de ogen puilen hem uit het hoofd.
Gepubliceerd op 13-12-2021
betekenis & definitie
(puilde, heeft gepuild),
1. zwellen, bol zijn, bol staan, bollen; thans meestal uitpuilen; een puilende koffer; hij puilt van de centen; buitenwaarts uitzwellen (in verbinding meestal met uit): de ogen puilen hem uit het hoofd.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: