[Lat.], o. (-s),
1. dertiensnarige harp;
2. (bijbel) het Boek der Psalmen;
3. boek waarin de 150 psalmen vertaald, soms ook berijmd, bijeenstaan. Het psalter is een snaarinstrument in de vorm van een trapezium, waarvan de snaren met de vinger of een plectrum worden getokkeld. Het was bekend bij de Hebreeën, de oude Grieken, en in de 9e eeuw of vroeger in Duitsland en Rusland.