o., (Griekse en Romeinse oudheid) de indeling van het proza door ritme, vooral daar waar een verandering in uitgedrukte gevoelens en/of meningen optreedt.
Tot de 4e eeuw n.C. werd het prozaritme bepaald door de afwisselende lengte van de korte en lange lettergrepen; daarna werd het prozaritme in de Griekse en Latijnse litteratuur accentuerend, naar het woordaccent. In de Griekse litteratuur komen verschillende typen prozaritme voor, vooral om een zin te beëindigen (clausula), terwijl in de Latijnse litteratuur de keus beperkt is tot enkele mogelijkheden. In het prozaritme gelden echter, in tegenstelling tot de poëzie, geen vaste regels.