Franse economische regio aan de Middellandse Zee, 31.500 km2, 3,5 mln. inw. Het gebied omvat de dep.
Alpes-de-Haute-Provence, Hautes-Alpes, Alpes-Maritimes, Bouches-du-Rhône, Var en Vaucluse. Het grootste deel van de regio bestaat uit bergland, dat een smalle kuststrook en de vlakke Rhône-delta overlaat. Landinwaarts bereiken de bergtoppen hoogten van meer dan 4000 m.BEVOLKING Al sinds 1921 kent de Provence-Côte d’Azur de snelste bevolkingsgroei (2% per jaar) van Frankrijk, vooral te danken aan de sterke immigratie. Het aantal buitenlanders (ca. 80% van de bevolking), vooral Italianen, Spanjaarden en Algerijnen, behoort tot het hoogste van Frankrijk. Meer dan 80% van de bevolking woont in het smalle kustgebied. De berggebieden zijn dun bevolkt.
ECONOMIE
Het grootste deel (57%) van de beroepsbevolking werkt in de tertiaire sector, die wordt beheerst door het toerisme. Langs de kust liggen tal van badplaatsen (Saint-Tropez, Cannes, Menton, Nice). De wintersport neemt ieder jaar toe. Verder werkt van de beroepsbevolking 35% in de secundaire sector en 8% in de primaire sector. De veeteelt is van weinig belang. In de bergen worden schapen gehouden.
De melkveehouderij breidt zich sterk uit. Door het mediterrane klimaat is de Provence-Côte d’Azur het voornaamste teeltgebied van groenten en fruit in Frankrijk geworden, tevens gestimuleerd door irrigatiewerken (water uit het Canal de Provence). De olijventeelt, bloemkwekerij, graan(tarwe) en wijnbouw zijn van groot belang.
De mijnbouw omvat vooral de winning van bauxiet. Dit erts werd in 1821 voor het eerst geëxploiteerd bij Les Baux-de-Provence. De bauxietmijnbouw in de regio voorziet in 75% van de Franse behoefte. Verder ontgint men bruinkool en andere mineralen (o.a. zout).
Vanouds is de zware metaalindustrie van belang, met ijzergieterijen en scheepswerven. Later kwamen daar vliegtuigbouw en chemische industrie bij. De chemie berust op de grondstoffen zout en aardolie en is zeer snel gegroeid sinds de aanleg van de oliehavens bij Fos-Lavéra. Hier begint de oliepijpleiding naar Zuid-Duitsland. Bij de Étang de Berre verrees een reusachtig chemisch complex met tal van olieraffinaderijen. Veel energie voor de industrie wordt ontleend aan de hydro-elektrische centrales in de bergachtige gebieden.
Handel, bankwezen en administratie zijn van groot belang. Marseille is de eerste havenstad van Frankrijk, met 33% van de overgeslagen goederen. Het stedenpaar Aix-Marseille bezit de tweede universiteit van het land, terwijl ook de luchthaven op de tweede plaats staat. Marseille is voorts als métropole d’équilibre aangewezen om de spreiding van industrieën en diensten vanuit de agglomeratie van Parijs te bevorderen.
LITT. L’économie de la région Provence-Côte d’Azur-Corse, La documentation française (1968); Statistiques et indicateurs des région françaises, INSEE (1974); P.Guiral (red.), La Provence de 1900 à nos jours (1978).