v., (houtanatomie) een centraal (inwendig) stengelgedeelte dat als de oudste vorm van in de lengterichting transporterend weefsel (centrale cilinder) mag worden gezien.
De prostostele bestaat uit een xyleemstreng (hout), die samengaat met floëem, pericambium en gewoonlijk een endodermis. Men treft de protostele aan bij allang uitgestorven primitieve plantengroepen, en in diverse varianten bij recente planten, vooral bij de Pteridophyta of varenachtigen (in de stengel), terwijl in de wortel van de Spermatophyta of zaadplanten niet zelden een protostele gevonden wordt.