[Fr.], o. (—en), (handel) ambtelijke verklaring dat de acceptatie of de betaling van een wissel door de betrokkene is geweigerd: de kosten van protest ; mondelinge of schriftelijke uiting van verzet; voorbehoud: onder protest tekende hij; protest aantekenen tegen een genomen besluit.
Elke maatschappelijke groepering dwingt van haar leden een bepaald rolgedrag af, hetgeen impliceert dat elk individu een zekere dosis van zijn persoonlijke vrijheid moet opofferen aan het functioneren van het maatschappelijk bestel. In de moderne pluralistische westerse samenlevingen wordt persoonlijke vrijheid evenwel als een van de voornaamste idealen gezien, terwijl anderzijds de ongekend hoge graad van georganiseerdheid en planning juist deze vrijheid meer dan ooit beperkt. Toegenomen tegenstrijdigheid in de rolverwachtingen, alsmede de mogelijkheid aan dergelijke zaken meer dan voorheen aandacht te schenken (door o.a. de toegenomen materiële welvaart en het gestegen opleidingsniveau) hebben in de meeste westerse samenlevingen gedurende de jaren zestig in bepaalde kringen een sterke ‘maatschappelijke bewustwording’ veroorzaakt. In samenhang hiermee ontstond alom onvrede met maatschappelijke waarden en normen en het op grond van deze verwachte rolgedrag. Overigens past ook in de moderne westerse samenleving een meerderheid zich in het algemeen wel aan het verwachte rolgedrag aan. Deze aanpassing kan zich manifesteren in de vorm van conformisme dan wel van privatisering of individualisering waarbij tussenvormen steeds mogelijk zijn. Sinds de jaren zestig is er een in omvang en betekenis groeiende categorie mensen met grote bezwaren tegen de gerationaliseerde en getechnificeerde samenleving.
Het is vooral de naoorlogse generatie die tot het inzicht komt dat de persoonlijke vrijheid in sterke mate wordt opgeofferd aan het ‘algemeen belang’, dat Protesilaos. Hier ligt de wortel van het moderne protest, waarvan A.C. Zijderveld drie uitingsvormen onderscheidt:
Gnosticisme, een poging om volledig aan de gerationaliseerde maatschappij met haar standaardgedrag en routine te ontsnappen. Dit kan in de vorm van oriëntatie op nieuwe godsdiensten (Jesus-revival, zenboeddhisme, goeroe), door verre reizen, door gebruik van middelen tot bewustzijnsverruiming (drugs) e.d. Gnostisch protest is in het algemeen emotioneel en romantisch en gnostici voelen zich sterk aangetrokken tot het buitengewone en de mystiek alsmede tot het charismatische. Zij hopen zo de uiteindelijke betekenis van de werkelijkheid te leren kennen. In het algemeen staan zij onverschillig tegenover de samenleving en haar sociale en politieke problematiek.
Activisme daarentegen is sterk maatschappelijk geëngageerd. De activist beoogt een hervorming van de maatschappelijke structuren en verzet zich tegen de dwang van een elite in de samenleving, al zoekend naar een nieuwe betekenis voor begrippen als ‘vrijheid’, ‘welzijn’, ‘democratie’ e.d. Dikwijls volgen activisten de lijn van de dialectiek van Hegel en Marx door hun theorieën op de huidige samenleving te betrekken. Activisten bedienen zich veelvuldig van pressiemiddelen (actiegroep) en hebben vaak een hoge organisatiegraad en allerlei bewegingen die de maatschappelijke structuren willen hervormen.
Anarchisme. De anarchist is het bewust oneens met de waarden en normen van de maatschappij. Evenmin als de gnosticus doet hij echter serieuze pogingen die maatschappij te hervormen, doch hij plaatst zichzelf bewust erbuiten en probeert een speels, dikwijls romantisch alternatief op te bouwen, dat gekenmerkt wordt door natuurlijkheid en eenvoud (flowerpower, Kabouters e.d.). Het is veeleer een cultureel dan een politiek protest tegen de waarden en normen van de prestatiemaatschappij, al schuwt men meer politiek getinte provocatie van het establishment niet (Provo’s). Anarchisten kunnen ook hard optreden en door acties en terrorisme de maatschappelijke orde ontregelen, zoals de Baader—Meinhof-groep deed.
Een democratische samenleving tolereert in het algemeen een grotere marge voor afwijkend gedrag dan een totalitaire, en vertoont ook een grotere tolerantie tegenover protest en andere uitingen van contracultuur. Hoewel men dikwijls pretendeert protest te negeren, moet toch de functie van protest niet onderschat worden. Vele maatschappelijke veranderingen zouden zonder voorafgaand protest minder snel tot stand gekomen zijn. Anderzijds dwingt protest meestal tot een expliciete standpuntbepaling aan de kant van de autoriteiten en tot een bewustwording bij dezen van bepaalde heersende cultuurpatronen. Door geleidelijk zekere kenmerken van de genoemde uitingsvormen van protest over te nemen, of althans te tolereren (haardracht, druggebruik, democratisering e.d.) verkleint de samenleving de kloof tussen haar eigen dominante cultuur en het meestal contraculturele protest.
LITT. D.Riesman, The lonely crowd (1966); A.C. Zijderveld, De abstracte samenleving, een cultuur-kritische studie van onze tijd (1971).