bn., gezegd van giftanden van slangen, nl. wanneer die vóór in de bovenkaak zitten.
Proteroglyfe tanden zijn diep gegroefd, bijna geheel gesloten en onbeweeglijk. Bij gesloten bek blijven zij rechtop staan. In verband hiermee zijn zij niet uitzonderlijk lang. Dit type giftanden treft men aan bij twee slangenfamilies, nl. de Elapidae en de zeeslangen (Hydrophidae).