[Lat. voorgebergte], o. (-ria), (anatomie) de overgangsplaats, in casu de tussenwervelschijf, van de laatste lendewervel naar de eerste heiligbeenwervel. Het promontorium is tevens de achterrand van de ingang van het kleine bekken.
In de verloskunde speelt de afstand van het promontorium tot de voorzijde van het bekken een rol, aangezien bij de geboorte van een baby het hoofd daartussen moet passeren.